De opkomst van de kunstverenigingen (Secessionen * in het Duits) aan het einde van de 19e eeuw betekende niets minder dan een revolutie in het kunstsysteem. Het begin van het modernisme was direct verbonden met Gustav Klimt in Wenen, met Franz von Stuck in München en met Max Liebermann in Berlijn. De Secessionen werden opgericht in het Duitstalige gebied in München in 1892, in Wenen in 1897 en ten slotte in Berlijn in 1899. Deze kunstenaars zetten zich af tegen de traditionele ordening van de kunstwereld. Hierin waren de criteria van de koninklijke kunstacademies doorslaggevend voor het ontvangen van staatssubsidies en het deelnemen aan tentoonstellingen. Ondanks de diversiteit van deze avant-garde, was het doel eenduidig: vrijheid van artistieke uitingsvormen met een uitgesproken internationale oriëntatie.
Tentoonstellingen in museumnamen
in de admin komen de verschillende musea als categorie, onder de hoofdcategorie museumnamen – dit maakt de juiste link vanaf een detail- of categoriepagina mogelijk
Surreal futures
Laat je meevoeren in surrealistische fantasieën over de toekomst. De tentoonstelling "Surreal Futures" toont zo'n 30 werken van kunstenaars uit 19 verschillende landen. Bereid je voor op hoogstandjes van digitale en mediakunst.
Urgente vragen van de 21ste eeuw
Je ziet interactieve videowerken, virtuele en augmented reality kunstwerken, hybride ruimtelijke installaties, digitale collages en multimediale performances. En elk kunstwerk stelt de urgente vragen van onze eeuw. Bijvoorbeeld over de effecten van globalisering, digitalisering en de klimaatcrisis, postkoloniale veranderingen en toenemende diversiteit. Het Surrealisme is duidelijk nog (of weer) springlevend. Steeds vaker zijn hedendaagse werken in de collectie te zien naast de werken van Max Ernst. Ook in deze tentoonstelling Surreal Futures ontstaat zo een dialoog tussen Max Ernst en hedendaagse kunstenaars vanuit het perspectief van actuele kwesties. [caption id="attachment_4533" align="alignnone" width="2560"]
Deelnemende kunstenaars Surreal Futures
Memo Akten | David Alabo | Aya | Tim Berresheim | Tega Brain, Julian Oliver, Bengt Sjölén | Viktor Brim | Imran Channa | Louisa Clement | Paul Duncombe | Jake Elwes | Justine Emard | Cao Fei | Cyprien Gaillard | Alexandra Daisy Ginsberg & Sascha Pohflepp | Katherine Melançon | Kasia Molga | Michael Namingha | Isadora Neves Marques | Michela Pelusio | Sabrina Ratté | Johanna Reich | Tabita Rezaire | Louis-Philippe Rondeau | Doug Rosman | Maxime Rossi | Camilo Sandoval | Tristan Schulze | Transmoderna | Theo Triantafyllidis | Jessi Ujazi | Pinar YoldaşSurrealisme
Het Surrealisme is een kunst- en literatuurstroming die is ontstaan in de twintiger jaren van de vorige eeuw. In tegenstelling tot veel andere kunststromingen is het Surrealisme nooit verdwenen. Beroemde surrealistische kunstenaars uit de hoogtijdagen zijn natuurlijk Max Ernst maar ook Salvador Dali, Magritte en De Chirico. Deze tentoonstelling in het Max Ernst Museum, één van de hotspots van het Surrealisme, laat zien dat deze stroming na ruim 100 jaar nog springlevend is.Chaïm Soutine. Tegen de stroom in
Vanaf 2 september toont de K20 in Düsseldorf een omvangrijke tentoonstelling van de werken van de kunstenaar Chaïm Soutine (1893 - 1943), geboren in Smilovitchi in Wit-Rusland, overleden in Parijs. Zijn expressieve schilderijen weerspiegelen zijn leven als Joodse immigrant en getuigen tegelijkertijd van een bestaan aan de zelfkant van de samenleving. De 60 schilderijen in de tentoonstelling dateren tussen 1918 en 1928. Daarmee richt K20 zich bewust op de vroege meesterwerken van Soutine. Zijn werk toont onder meer de ontworteling van mensen op de vlucht en de gevolgen van migratie, waarmee de tentoonstelling een link legt naar het heden.
Kleurexplosies in donkere tijden
Soutine's schilderijen zijn kleurexplosies en, ondanks alle ongunstige omstandigheden, liefdesverklaringen aan het leven en aan mensen die zich, net als hij, op de onderste sport van de maatschappij bevinden. Klokkenluiders, kamermeisjes, koks, misdienaars en koorknapen zijn zijn modellen. Met hen, net als met de schilderijen van weifelende landschappen en geslachte dieren, creëert hij treffende beelden voor een heel tijdperk. Een generatie, getekend door oorlog, sociale misstanden en het niet aflatende conflict tussen religieuze en politieke wereldbeelden. De mensen en motieven zijn diep ontroerend omdat hun kwetsbaarheid uitdrukking geeft aan de existentiële angsten van onze tijd.Biografie
Chaïm Soutine groeide op in een sjtetl in de buurt van Minsk in Wit-Rusland. Hij was de tiende van elf broers en zussen. Zijn jeugd werd gekenmerkt door armoede en discriminatie. Hij trotseerde het verbod van de Joodse traditie op schilderkunst toen hij op veertienjarige leeftijd schilderlessen nam. Eerst in Minsk, daarna aan de academie in Vilnius in Litouwen en vanaf 1913 in Parijs. De metropool werd zijn nieuwe thuis, maar Soutine bleef een buitenstaander die aanvankelijk de taal slecht beheerste en voor wie de plaatselijke gewoonten vreemd bleven. Onder zijn weinige vrienden bevond zich de Italiaanse kunstenaar Amedeo Modigliani. De armoede die zijn dagelijks leven sinds zijn jeugd had beheerst, bleef hem in Parijs parten spelen. Hij had daardoor moeite deel te nemen aan het sociale leven. Zelfs toen de Amerikaanse verzamelaar Albert C. Barnes in de winter van 1922/1923 52 schilderijen van hem kocht en zijn financiële situatie in één klap total verbeterde, bleef hij een vrij geïsoleerd leven leiden. https://youtu.be/Q-cl5Sf1miQ?t=49De stijl van Soutine
Hij trok zich niets aan van kunstenaarsgroepen en de trends van zijn tijd: het surrealisme en kubisme. In Parijs bestudeerde Soutine de oude meesters in het Louvre en verwees hij in uitgebreide series werken naar motieven van El Greco, Diego Velázquez, Rembrandt van Rijn en Jean Siméon Chardin. Kleur was zijn grote passie als drager van expressie in zijn schilderijen. De tentoonstelling laat zien dat Soutine eerder dan andere tijdgenoten een eigen weg insloeg tussen abstractie en figuratie.
Tijdloos
Tot op de dag van vandaag duikt de naam van Soutine ongewoon vaak op wanneer hedendaagse kunstenaars gevraagd wordt naar sleutelfiguren in hun biografie. Hoewel het werk van Soutine ongeveer 100 jaar geleden werd gemaakt, lijkt zijn schilderkunst fascinerend tijdloos te zijn in termen van techniek en onderwerp. Een van de centrale punten van deze tentoonstelling is dan ook de vraag naar de actualiteit van Soutine's schilderkunst. Als brug van het modernisme naar het heden is bij de tentoonstelling een speciale documentaire geproduceerd door Louisiana Channel, die ingaat op de vraag wat de ononderbroken fascinatie voor de werken en de persoon van deze bijzondere kunstenaar tot op de dag van vandaag verklaart. Dana Schutz (1972, VS), Amy Sillman (1955, VS), Emma Talbot (1969, GB), Leidy Churchman (1979, VS), Jutta Koether (1958, DE/US), Thomas Hirschhorn (1957, CH/FR), Chantal Joffe (1969, VS) en anderen vertellen over de invloed van Soutine op hun carrière.1966. Spanje ontwaakt. Spaanse abstracte kunst tegen het Franco-regime
De Spaanse kunstenaar Fernando Zóbel (1924-1984) richtte in 1966 het "Museo de Arte Abstracto Espanol". Het museum is gevestigd in de zogenaamde 'hangende huizen', casas colgadas, in het Spaanse stadje Cuenca. In dit museum verzamelde Zóbel Spaanse abstracte kunst van kunstenaars die zich verzetten tegen de dictatuur van Francisco Franco. Kunstenaars zoals Antonì Tàpies of Antonio Saura kregen destijds nauwelijks waardering in eigen land. Het Ludwig Museum in Koblenz toont de kunstwerken, maar ook de betekenis van dit bijzondere museum. In de kunstwereld ziet men het als de "kern van de democratie" in Spanje.
Museo de Arte Abstracto Español - revolutionair museum voor Spaanse abstracte kunst
Het Museo de Arte Abstracto Español in de stad Cuenca opende op 1 juli 1966. De oprichter, de kunstenaar Fernando Zóbel (1924-1984), kende de internationale kunstscène goed en was zich ervan bewust dat er in Spanje vrijwel geen musea waren waar hedendaagse Spaanse kunstenaars hun werk konden tentoonstellen. De kunstenaars die Zóbel verzamelde - onder andere Antoni Tàpies, Gustavo Torner, Rafael Canogar, Antonio Saura, Eduardo Chillida, Luis Feito en Elena Asins - werden nauwelijks gewaardeerd in eigen land, maar wel internationaal van Parijs tot New York. [caption id="attachment_4537" align="alignnone" width="1080"]
Het Postmodernisme 1967 – 1992
Het grootste object in deze tentoonstelling is de Bundeskunsthalle zelf. Hoewel de architect van het gebouw, Gustav Peichl, zich niet postmodern noemde, past zijn ontwerp zowel in stijl als gedachtegoed in deze opmerkelijke kunststroming. zijn. Een kenmerk van het postmodernisme is trouwens ook juist deze distantiëring van erkende stromingen. Daarnaast is de afwijzing van de voorschriften van functionaliteit een algemeen kenmerk. De bekendste schrijver over het Postmodernisme (hoofdzakelijk de architectuur) is de architect Charles Jencks. Hij omschreef de stroming als niet alleen een reactie op het modernisme, maar door de combinatie van moderne technieken met iets anders (meestal traditioneel bouwen) een manier om architectuur te laten communiceren met het publiek.
Een reis door het Postmodernisme
De tentoonstelling is een reis door alle excentriciteiten in design, architectuur en mode, van de baanbrekende studie Learning from Las Vegas (1974) tot Michael Graves' gigantische resorthotels voor Disney World in Orlando (1990); van het spel van geslachtsrollen van David Bowie tot de videoclip Thriller van Michael Jackson. De sterke relatie tussen cultuur en economie is misschien wel een van de redenen waarom het postmodernisme de laatste jaren opnieuw onderwerp van debat is geweest. Terwijl intellectuelen geboren na 1980, vooral kunstenaars en ontwerpers, enthousiast zijn over de eclectische provocaties in kunst, theorie en architectuur en design beschuldigen conservatieve auteurs het postmodernisme van een nihilisme dat de weg vrijmaakte voor rechts-populisme en uiteindelijk voor president Trump en Brexit.Meer dan kunst en architectuur
Een chronologisch overzicht van de jaren 1967 tot 1992 plaatst ontwikkelingen in kunst, design, architectuur, mode, media, podiumkunsten, muziek, literatuur, theorie, politiek, film, technologie en wetenschap naast elkaar en in relatie tot elkaar. De tentoonstelling opent met muziekvideo's die smaken, sfeer en thema's van die tijd oproepen. Van daaruit ontvouwt zich een chronologisch parcours waarin meubels, boeken, modeontwerpen, maquettes, manuscripten en de eerste mobiele telefoon of de eerste pc constellaties aangaan. De kunst die vandaag de dag nog steeds invloedrijk is, met name die van de Pictures Generation, waaronder Sturtevant, Barbara Kruger, Louise Lawler, John Baldessari en Sherrie Levine, vormt precies vastgestelde conceptuele verdwijnpunten.Tàpies / Miró – de wereld op papier
De verjaardagen van 2 beroemde Catalaanse kunstenaars viert het Kunstmuseum Pablo Picasso in Münster dit jaar met een mooie tentoonstelling. Het gaat om Antoni Tàpies (geboren 13-12-1923) en Joan Miró (geboren 20-04-1893). Ondanks hun grote leeftijdsverschil waren de twee kunstenaars dik bevriend en lieten ze zich inspireren door elkaars artistieke creaties.
Grafisch werk
Deze tentoonstelling met meer dan 100 kunstwerken draait vooral om het grafische werk van Antoni Tàpies en Joan Miró. Dat grafische werk was enorm belangrijk in hun hele kunstcarrière. De twee Catalaanse kunstenaars waren namelijk niet echt fan van gewone kunst. Ze vonden het idee van "schilderkunst" maar niks. Daarom gingen ze experimenteren met prentkunst om nieuwe manieren te vinden om zich artistiek uit te drukken. In hun grafische werk zie je een soort abstracte stijl met strepen, puntjes, letters en symbolen, en het lijkt alsof ze de grens tussen schilderen, tekenen en schrijven compleet negeerden. De naam van de tentoonstelling, "Wereld op Papier," heeft eigenlijk twee betekenissen. Enerzijds zie je concrete dingen in hun werk, zoals kledingstukken, oude stukken hout, en zelfs krantenknipsels. Maar aan de andere kant gaat het ook over de geschiedenis in hun werk, zoals de tijd van Franco in Spanje en hun zoektocht naar de Catalaanse identiteit.Tàpies en Miró
Joan Miró staat in de top 3 van beroemde Spaanse moderne kunstenaars. In 1920 verhuisde hij, zoals zo veel kunstenaars in die tijd, naar Parijs. Daar leerde hij de grondlegger van het Surrealisme kennen: André Breton. Zijn nogal abstracte werken doen denken aan grote moleculen en zijn stijl wordt daarom biomorfisch genoemd. Tàpies is bijna 30 jaar jonger maar toch liet ook hij zich inspireren door het Surrealisme. Zijn vroege werk toont invloeden van Miró en Paul Klee maar al snel verschuift zijn belangstelling naar het abstract-expressionisme. In zijn werk staat altijd een maatschappelijk thema centraal, vaak gaat het over onderdrukking. Een onderwerp dat in het Spanje onder de dictator Franco zeer actueel was. [caption id="attachment_4524" align="alignnone" width="1134"]
Verjaarsbezoek. Monet tot Van Gogh
Dit jaar bestaat de Kunsthalle Bremen 200 jaar! Van de speciale jubileumtentoonstellingen springt deze er toch wel uit. Monet tot Van Gogh is een eerbetoon aan de voormalig directeur Gustav Pauli (1899–1914). Aan het begin van de 20ste eeuw zorgde hij voor een vernieuwing in de collectie die de Kunsthalle tot modernste museum in die tijd maakte. Volledig tegen de stroom in kocht hij de werken van de moderne schilders uit Parijs en ontketende niet zelden felle discussie over zijn aankoopbeleid.
Maar intussen gelden veel van die werken nog steeds als topstuk van de collectie. In deze tentoonstelling zijn, naast werken uit de eigen collectie, ook bijzondere bruiklenen uit Duitse en internationale musea te zien.
[caption id="attachment_4454" align="alignnone" width="1080"] Vincent van Gogh, Portret Armand Roulin, 1888 olieverf op doek, 65 x 54,1 cm, foto: Museum Folkwang Essen – ARTOTHEK[/caption]
De gouden wolk - privéverzamelaars rondom Gustav Pauli
Gustav Pauli inspireerde niet alleen collega museumdirecteuren maar ook de welgestelde Bremer middenstand. Rond de museumdirecteur vormde zich een kring van kunstliefhebbers genaamd “Die goldene Wolke”. In navolging van hun progressieve stadsgenoot begonnen vooraanstaande kooplieden en industriëlen Franse moderne kunst te kopen. Voor het eerst in meer dan 100 jaar zijn enkele van deze werken van onder meer Courbet, Monet, Renoir en Toulouse-Lautrec in het openbaar te zien op de tentoonstelling Van Monet tot Van Gogh. Deze nieuwe verzamelaars cultiveerden een eigen, moderne levensstijl. Ze lieten hun huizen inrichten door Rudolf Alexander Schröder, wiens interieurs in de tentoonstelling worden gedocumenteerd. Met eenvoudige elegantie keren zijn ontwerpen zich tegen de historiserende stijlen van de 19de eeuw. Zijn stijl kenmerkt zich door een hele eigen Bremer identiteit in tegenstelling tot de internationale Art Nouveau.Uitstekend! Reliëfs van Auguste Rodin tot Sophie Täuber-Arp
Het reliëf is een hybride kunstvorm: ergens tussen schilderkunst en beeldhouwkunst in, is het gebonden aan het muuroppervlak maar steekt het ook de ruimte in. Het is precies die onbepaaldheid die van dit medium een belangrijk veld voor experiment en innovatie heeft gemaakt. Kunstenaars konden er genregrenzen mee tarten en onafhankelijke posities mee innemen. Met ongeveer 130 tentoongestelde werken - reliëfs, beeldhouwwerken, sculpturen en schilderijen - van meer dan 100 kunstenaars uit Europa en de VS, werpt de tentoonstelling een blik op de verschillende vormen van reliëf van 1800 tot de jaren 1960. In deze periode werd het medium steeds belangrijker: terwijl beeldhouwers als Berthel Thorvaldsen zich richtten op de herontdekte kunstwerken uit de oudheid, braken kunstenaars als Auguste Rodin en Medardo Rosso in de 19e eeuw bewust met de beeldhouwkunst; schilder-beeldhouwers als Edgar Degas, Paul Gauguin, Pablo Picasso, Henri Matisse en Alexander Archipenko stelden de omgang met vorm en kleur in reliëf opnieuw ter discussie. In de 20e eeuw zorgden nieuwe technieken voor verandering. Dadaïsten als Kurt Schwitters en Hans Arp ontwikkelden collages in reliëf van alledaagse materialen. Zij en kunstenaars van de Russische avant-garde, het Bauhaus of de constructivistische betonkunst - waaronder Willi Baumeister, Erich Buchholz, Naum Gabo, Lou Loeber, Iwan Puni, Oskar Schlemmer en Sophie Taeuber-Arp - wilden met hun werk ook een nieuwe wereld en maatschappij vormgeven. Sinds de jaren 1950 hebben kunstenaars als Jan Schoonhoven, Piero Manzoni en Karl Hartung het oppervlak van het werk als structuur verkend, en vrouwelijke kunstenaars als Louise Nevelson en Lee Bontecou hebben hun plaats in de kunstgeschiedenis veroverd met expansieve materiële objecten.
Het reliëf in 12 hoofdstukken
De tentoonstelling is verdeeld in twaalf thematische hoofdstukken. Kunstenaars uit de verschillende tijdperken gaan zo een levendige dialoog aan over geselecteerde aspecten van reliëf, bijvoorbeeld: Narrative, Painterly/Plastic, Multicolour, Multiple Perspective en Breaking the Surface. De laatste tentoonstelling over het genre reliëf vond meer dan 40 jaar geleden plaats. Sindsdien is onze werkelijkheid veranderd en wordt deze nu voornamelijk waargenomen via de oppervlakken van beeldschermen. Tegelijkertijd is er een groeiende behoefte om aan te raken en te begrijpen, waaraan de openheid van het reliëf tegemoet komt. Het medium is momenteel ook actueel vanwege zijn bestaan in het tussengebied: Als hybride biedt het nieuwe mogelijkheden om de wereld te ervaren en te begrijpen.Herkomst van de werken
Tot de belangrijkste bruikleengevers behoren: Kunstmuseum Basel; Alte Nationalgalerie, Berlijn; Kunstmuseum Den Haag; Museum Folkwang, Essen; Ny Carlsberg Glyptotek, Kopenhagen; Musée des Beaux-Arts, Lyon; Centre Pompidou, Parijs; Musée d'Art Moderne de Paris; Musée d'Orsay, Parijs; Musée Rodin, Parijs; Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam. Prestel Verlag, München, publiceert een uitgebreide catalogus met 288 pagina's, 300 kleurenillustraties en wetenschappelijke teksten (Duitse en Engelse edities).Tijdloze schoonheid. Een geschiedenis van stillevens
Deze tentoonstelling in de Gemäldegalerie Alte Meister in Dresden toont 80 stillevens van schilders als Frans Snyders, Balthasar van der Ast, Jan Davidsz. de Heem, Adriaen van Utrecht, Willem Claesz. Heda, Abraham Mignon en Rachel Ruysch. Het genre "stilleven" krijg alle aandacht. Sinds wanneer bestaat het? Wat is precies een stilleven? Welke betekenis, welke inhoud en welke functie hadden ze en hebben ze nog steeds? Welke allegorieën en symbolen zitten er in deze motieven verborgen?
Stillevens in de spotlights
Stillevens waren niet alleen pronkstukken in een decoratieve kamerinrichting. Ze getuigen ook van natuurwetenschappelijke belangen: het afgebeelde object toont de interesse en kennis van zowel de schilder als van de eigenaar van het werk. Tegelijkertijd zijn ze ook een illusie, een spel met het oog (trompe-l'œuil), waarin optische effecten centraal staan. Sommige typen, zoals het vanitasstilleven, bevatten verwijzingen naar de eindigheid van het leven en zijn vaak een soort waarschuwing tegen teveel liefde voor materieel bezit. Normaal is slechts een klein deel van de ruim 100 stillevens van het museum te zien op zaal. Deze tentoonstelling biedt de gelegenheid uitgebreid kennis te maken met deze groep schilderijen.Munch. Lebenslandschaft.
Hoe zag de Noorse schilder Edvard Munch (1863 - 1944) de natuur? Daarover gaat deze tentoonstelling in Museum Barberini in Potsdam bij Berlijn. Enerzijds zag Edvard Munch de natuur als een cyclisch vernieuwende kracht, anderzijds zag hij haar als een spiegel van zijn mentale onrust. Munch ontwikkelde een pantheïstisch begrip van de natuur. Met andere woorden: hij geloofde dat alles om ons heen goddelijk is. Er bestaat geen grens tussen het goddelijke en het natuurlijke. Zijn zienswijze projecteerde hij onder meer op de Noorse kusten en bossen. In de onderstaande video legt Francis Fowle van de National Galleries of Scotland dit heel goed uit: https://youtu.be/m9jzoSKA498
De landschappen van Edvard Munch
Als we aan het werk van Munch denken, zijn het vooral werken waarin mensen een belangrijke rol spelen die te binnen schieten. Bijvoorbeeld de Schreeuw, de Madonna en de meisjes op de brug. Maar ook het landschap was een erg belangrijk onderwerp voor Munch. Gedurende de jaren rond de eeuwwisseling maakte hij onder meer een aantal winterlandschappen van Nordstrand, net buiten de Noorse hoofdstad. De tentoonstelling brengt zo'n 90 bruiklenen samen, onder meer van het Munchmuseet, Oslo, het Museum of Modern Art, New York, het Dallas Museum of Art, de Staatsgalerie Stuttgart, het Museum Folkwang, Essen en het Von der Heydt Museum, Wuppertal. Meer achtergrondinformatie vind je bijvoorbeeld op Wikipedia, de website van het museum Munchmuseet in Oslo waar het grootste deel van zijn oeuvre te zien is en Google Arts and Culture.Caspar David Friedrich. Kunst voor een nieuwe tijd
In 2024 vieren we de 250ste geboortedag van Caspar David Friedrich (*1774 Greifswald- 1840 Dresden). De Hamburger Kunsthalle trapt dit jubileumjaar af met de tentoonstelling CASPAR DAVID FRIEDRICH: Kunst voor een nieuwe tijd. Het is de meest uitgebreide tentoonstelling van werken van de belangrijkste kunstenaar van de Duitse romantiek sinds vele jaren. Het thematisch georiënteerde retrospectief van Friedrich omvat meer dan 50 schilderijen, waaronder talrijke iconische sleutelwerken. Verder zijn ongeveer 90 tekeningen en geselecteerde werken van bevriende kunstenaars te zien. Het centrale thema is de nieuwe relatie tussen mens en natuur in Friedrichs landschappen. In de eerste decennia van de 19e eeuw gaf hij daarmee essentiële impulsen om van het landschapsgenre "kunst voor een nieuwe tijd" te maken. De voortdurende fascinatie van zijn werken is te zien in een apart deel van de tentoonstelling gewijd aan Friedrichs receptie in de hedendaagse kunst. Zo'n 20 kunstenaars borduren verder op Friedrichs centrale thema: de relatie van de mens tot zijn omgeving. Ze illustreren ook hoe actueel de artistieke visie van de romanticus is in tijden van klimaatverandering.